Osteopathie


In 1892 opende Andrew Taylor Still in Kirksville, Missouri, Verenigde Staten de eerste school in wat hij Osteopathie noemde. Na een lange zoektocht was hij van mening dat de meeste klachten en ziekten werden veroorzaakt door beperkingen in de beweeglijkheid van met name de botten en gewrichten. Dus “ziek” (pathos) door de “botten” (osteon). Verder stelde hij dat alles wat nodig is voor gezondheid al in het lichaam aanwezig is. Door het oplossen van bewegingsbeperkingen en daardoor het verbeteren van de circulatie van bloed, lymfe en hersenvloeistof stimuleerde hij het lichaam zichzelf te genezen. Hij deed dit zonder gebruik te maken van medicijnen en/of chirurgische ingrepen. Osteopathie is een manuele geneeswijze.
Ondanks het feit dat de geneeskunde, en dus ook de osteopathie, in de afgelopen meer dan 100 jaar een enorme vlucht genomen heeft qua kennis en kunde, is er weinig veranderd in de kern van de principes die A.T. Still geformuleerd heeft.

Elk weefsel in het lichaam heeft om goed te kunnen functioneren een bepaalde beweeglijkheid nodig. Hierdoor wordt een goede doorbloeding en zenuwsturing gewaarborgd, waardoor het weefsel van voldoende voeding voorzien wordt, afvalstoffen goed afgevoerd kunnen worden en het weefsel de juiste zenuwprikkels kan krijgen. Bij een bewegingsbeperking van dit weefsel is dat niet meer het geval. Anders gezegd: de beperking ontregelt de normale functie van de structuur in kwestie en veroorzaakt een verstoring van het mechanisme, dat probeert het evenwicht in het lichaam te bewaren. Het gevolg is uiteindelijk het ontstaan van (pijn)klachten. Dit kan op de plek zelf zijn, maar ook op een plek elders in het lichaam die daarmee een verbinding heeft. Het kan dus zijn dat de oorzaak van de klacht niet altijd op de plek van de pijn zit. Het is van belang niet alleen af te gaan op het symptoom, maar dat er gekeken wordt naar verschillende gebieden in het lichaam, achtergronden en oorzaken die tot het symptoom hebben geleid.

Daarbij gelden 3 belangrijke principes:


  1. Het lichaam is een dynamische biologische eenheid. Alle weefsels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
  2. Er is een wisselwerking tussen structuur (anatomie) en functie (fysiologie). Een goed bewegende structuur zorgt voor een goede fysiologie en omgekeerd.
  3. Het menselijk lichaam heeft bij het streven naar gezondheid een zelfherstellend vermogen. Een wond geneest. Je herstelt van een griep.


Om te achterhalen welke structuur of achtergrond de oorzaak van de symptomen kan zijn en hoe het lichaam omgaat met veranderingen, maak de osteopathie gebruik van 5 modellen:

Biomechanisch model. Zit de beperking in spieren/gewrichten of inwendige organen

Neurologisch model. Het gevolg dat een beperking heeft op de werking van het zenuwstelsel. Verstoorde balans tussen input en output.

Respiratoir/circulatoir model. Een beperking heeft invloed op de doorbloeding in dat gebied. Krijgen de weefsels voldoende zuurstof en voeding.

Bio-psychosociaal model. Wat is de rol van de sociale omgeving op het ontstaan van klachten. Stress als oorzaak van bewegingsbeperkingen.

Bio-energetisch model. De invloed van bewegingsbeperkingen op de functie van het hormonale systeem en het immuunsysteem.

Omdat al eerder is gezegd dat het menselijk lichaam een biologische eenheid is, zullen de 5 modellen altijd met elkaar verweven zijn.